PDF Opties

Lokale heffingen

Algemeen

De paragraaf lokale heffingen gaat over het beleid van de heffingen en tarieven in 2023. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens behandeld:

  1. De geraamde inkomsten;

  2. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;

  3. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;

  4. Een aanduiding van de lokale lastendruk;

  5. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Geraamde inkomsten

De baten met betrekking tot de lokale heffingen bedragen in € 1.000:

Soort

2023

Onroerendezaakbelasting eigenaren

15.893

Onroerendezaakbelasting gebruikers

2.723

Roerende woon- en bedrijfsbelasting

27

Rioolheffing

9.100

Afvalstoffenheffing

14.458

Reinigingsrechten

80

Leges omgevingsvergunningen

3.514

Parkeerbelastingen

3.577

Lijkbezorgingsrechten en begraafrechten

740

Bedrijveninvesteringszones (BIZ)

83

Marktgelden

123

Reclamebelasting

150

Precariobelasting

255

Hondenbelasting

498

Toeristenbelasting

107

Overige leges (o.a. burgelijke stand, GBA, woonzaken, APV, archief)

1.163

Totaal geraamde inkosten lokale heffingen

52.495

Kwijtschelding afvalstoffenheffing

886

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Het beleid voor de uitvoering van heffing en invordering van de lokale heffingen is gericht op het waarborgen van kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Daarbij wordt er op een lastendrukverdeling gelet en wordt zoveel mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Als uitgangspunt geldt dat de lokale lasten jaarlijks worden verhoogd voor inflatie. Voor de onroerende zaakbelastingen wordt het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van januari van het voorafgaande jaar als basis gebruikt. Het CBS heeft het inflatiepercentage van januari 2022 vastgesteld op 6,4%. Deze indexering van 6,4% wordt ook toegepast op de overige heffingen (leges, hondenbelasting,precariobelasting, toeristenbelasting, parkeervergunningen).

Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Onroerende-zaakbelastingen worden geheven van eigenaren van onroerende woningen en niet-woningen en van gebruikers van onroerende niet-woningen. De eigenaar/gebruiker op 1 januari van enig jaar is belastingplichtig voor het gehele jaar. Grondslag is de waarde van de onroerende zaak die is vastgesteld met een WOZ-beschikking. Voor het belastingjaar 2023 geldt de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 2022.
Zoals verwoord in Kadernota 2023 worden de tarieven 2023 verhoogd met 6,4% per jaar. Voor de jaren na 2023 wordt rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 1,5%. Na bepaling van de nieuwe WOZ-waarden zullen alle tarieven aan die nieuwe waarden worden bijgesteld. Uitgangspunt hierbij is: stijgt de waarde, dan daalt het tarief, waarna de geraamde opbrengst gelijk blijft.

Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen (RZB)
Deze belasting wordt ook wel de roerendezaakbelasting genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis met de OZB. Deze belasting wordt geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB.

Rioolheffing

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen worden gebruikt voor de dekking van de kosten die in de wet genoemd zijn. Voor de beoordeling van de kostendekkendheid stellen wij periodiek het Gemeentelijk Rioleringsplan op. Purmerend hanteert een rioolheffing die is gesplitst naar een eigenarentarief en een grootverbruikheffing. De heffingsgrondslag voor eigenaren is een vast bedrag per aangesloten eigendom. Voor het grootverbruik is deze gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters (m3), hierbij is gekozen voor het aantal aansluitingen met een verbruik vanaf 300 m3 . Doordat het gebruikerstarief is vervallen, wordt er niet meer specifiek rekening gehouden met kwijtscheldingen en oninbaarheid.

Afvalstoffenheffing

De gemeente is verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Voor de dekking van de kosten wordt afvalstoffenheffing geheven. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead en btw. Purmerend hanteert een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing, dit betreft een tarief voor éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens. In het kader van de verbetering van de afvalscheiding is het tarief voor een extra restafval container conform het tarief van een meerpersoonshuishouden en wordt een extra gft-container gratis verstrekt. Bij de omzetting naar een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing is rekening gehouden met hogere lasten voor kwijtschelding en oninbaarheid. Door de resultaten van 2021 en 2022 zal de tariefstijging 2023 beperkt zijn.

Reinigingsrecht

Reinigingsrecht wordt nog uitsluitend geheven op bedrijven voor het ondergronds inzamelen van bedrijfsafval. Het tarief van het reinigingsrecht wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead.

Leges omgevingswet
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen per 1 januari 2023 wijzigen de grondslagen voor het heffen van de leges in Titel 2 van de legesverordening. Uitgangspunt van titel 2 van legesverordening blijft dat de kostendekkendheid 100% is. De nieuw ingevoerde tarieven zijn volledig kostendekkend en zijn met behulp van een extern adviesbureau bepaald. De Omgevingswet en de Wkb zijn nieuw en het is nog onduidelijk wat de implementatie van deze wetten voor effect zal hebben. Daarnaast is door verscheidenheid aan redenen niet altijd goed te voorzien wanneer bouwprojecten gestart worden. Als gevolg hiervan bestaat het risico dat de opbrengsten tegenvallen en de gewenste kostendekkendheid niet gehaald wordt. Als daartoe aanleiding is zal uw raad door middel van tussenrapportages op de hoogte worden gesteld van de ontwikkelingen.

Parkeerbelastingen

Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor parkeervergunningen. Beide dienen ter regulering van het parkeren, zoals vastgesteld in het parkeerbeleid. De handhaving door middel van de naheffingsaanslag is de zogenaamde fiscalisering van parkeerboetes. Dit geldt alleen voor het parkeren bij automaten waarbij geen of onvoldoende parkeergeld betaald is. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld door het Rijk.

In juni 2022 heeft de raad ingestemd met het bevorderen van maatregelen voor het gebruik van parkeergarages (besluit 1565775). In verband met corona zijn de parkeertarieven sinds 2019 niet aangepast. De tarieven van de vergunningen en de abonnementen (van de garage) worden vanaf 1 januari 2023 verhoogd met de reguliere index van 6,4%. De afgesproken verhoging van de straattarieven met 0,35 cent wordt doorgevoerd bij de opening van de parkeergarage Stadhuis (naar verwachting 1 juni/juli 2023).

Lijkbezorgingsrechten/begraafrechten

Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Purmerend streeft hierbij naar kostendekkende tarieven, waarin rekening is gehouden met de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaatsen. In 2020 heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de hoogte van de tarieven en de mate van kostendekkendheid. Het onderzoek wees uit dat de tarieven niet geheel kostendekkend waren. Harmonisatie van de tarieven Beemster en Purmerend moet op een aantal plaatsen nog gebeuren. Dat zal gebeuren na de harmonisatie van de beheersverordening begraafplaatsen. Wel worden er dit jaar een aantal wijzigingen in de tariefsverordening doorgevoerd vanuit de huidige praktijk. Door de actualisatie van de salarisverdeling Ruimtelijk Domein is de kostendekkendheid van de begraafrechten verbeterd.

Bedrijveninvesteringszones

In 2018 zijn de bedrijveninvesteringszones Koemarkt en Wormerplein opgericht. Beiden zijn opgericht voor de duur van vijf jaar. In het derde kwartaal 2022 zal opnieuw een draagvlakmeting worden uitgevoerd onder de ondernemers. Bij voldoende draagvlak worden deze bedrijfsinvesteringzones voortgezet voor opnieuw vijf jaren. Eind 2019 was er net niet genoeg draagvlak voor het invoeren van een BIZ Binnenstad. In het derde kwartaal 2022 zal ook onder de ondernemers in de binnenstad een draagvlakmeting worden uitgevoerd. Bij voldoende draagvlak wordt de BIZ Binnenstad ingevoerd. Als gevolg van de invoer van de BIZ Binnenstad vervalt de heffing van reclamebelasting voor deze ondernemers. De opbrengsten van de bedrijveninvesteringszones worden na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de BIZ Stichting Koemarkt, de BIZ Vereniging Wormerplein en de Stichting BIZ Purmerend Binnenstad.


Marktgelden

Marktgelden worden geheven op zowel reguliere weekmarkten als incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten. Dit gaat om de grote markten in Purmerend. De incidentele markten in Purmerend en de markten in Beemster gaan via de leges.

Reclamebelasting

De opbrengst van reclamebelasting wordt na aftrek van de perceptiekosten onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend. Reclamebelasting wordt geheven in een vastgesteld gebied voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. In het derde kwartaal 2022 wordt onder de ondernemers in de binnenstad een draagvlakmeting uitgevoerd voor het invoeren van een BIZ Binnenstad ingaande 2023. Bij voldoende draagvlak wordt een BIZ heffing ingevoerd voor deze ondernemers en vervalt de heffing van reclamebelasting.

Precariobelasting

Precariobelasting wordt geheven op degene die een voorwerp of voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel degene voor wie dat voorwerp/die voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig is. De gemeente voert jaarlijks een inventarisatie uit aan de hand waarvan de precariobelasting wordt opgelegd.

Hondenbelasting

Hondenbelasting is van oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er sprake is van een belasting geldt hier geen maximumtarief en/of spelregel ten aanzien van kostendekkendheid. Omdat er in Purmerend is besloten tot een heffing binnen een bepaald gebied, is de heffing een doelheffing geworden. De geraamde kosten van het hondenbeleid zijn dan ook gelijk aan de geraamde baten in verband met hondenbelasting.

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting tegen vergoeding binnen de gemeente voor personen die niet in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven als inwoner. Degene die gelegenheid tot verblijf biedt is belastingplichtig en kan de belasting verhalen op degene die verblijf houdt.

Leges

Voor reisdocumenten, rijbewijs en akten burgerlijke stand bepaalt het Rijk het maximaal te heffen bedrag. De overige leges worden verhoogd met het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Afwijken van dit percentage is mogelijk, wanneer de kostenontwikkeling voor de afzonderlijke activiteiten dit noodzakelijk maakt.

Kostentoerekening en kostendekkendheid

Tabel kostendekkendheid 2023

bedragen x € 1.000

Afvalstoffen
heffing

Rioolheffing

Wabo leges

Kosten taakveld(en), inclusief (omslag)rente

10.221

6.672

2.316

Inkomsten taakveld(en), exclusief heffingen

80

-

-

Netto kosten taakveld

10.141

6.672

2.316

Toe te rekenen kosten straatreiniging en regionale brandweer

905

905

129

Overhead inclusief (omslag)rente

2.279

1.290

1.069

Btw

1.273

850

-

Totale lasten

14.598

9.717

3.514

Opbrengst heffingen

14.458

9.100

3.514

Dotatie aan voorziening

-

-

-

Onttrekking aan voorziening

140

617

-

Totale baten

14.598

9.717

3.514

Dekkingspercentage

100

100

100

Een aanduiding van de lokale belastingdruk

Om een indicatie te geven van de lokale belastingdruk houden we rekening met de volgende belastingsoorten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. De OZB en de afvalstoffenheffing zijn op alle huishoudens van toepassing, de rioolheffing alleen voor percelen die op de riolering zijn aangesloten. We geven de lokale belastingdruk aan voor:

  • Eenpersoonshuishoudens in een eigen woning;

  • Eenpersoonshuishoudens in een huurwoning;

  • Meerpersoonshuishoudens in een eigen woning;

  • Meerpersoonshuishoudens in een huurwoning.

Voor de berekening van de OZB is uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde in Purmerend. Deze bedroeg bij het opmaken van deze begroting voor 2023 € 368.000 afgerond, resulterend in een aanslag van circa € 278 OZB. Dit is indicatief. Het herwaarderingsproces was echter nog gaande. In de onderstaande tabel zijn de vergelijkende cijfers met Purmerend 2022 opgenomen.

 Bedragen in euro's

Eenpersoonshuishoudens

Meerpersoonshuishoudens

Jaar

Eigen woning

Huurwoning

Eigen woning

Huurwoning

Purmerend 2022

752

295

826

369

Purmerend 2023

775

297

850

372

Rangordeoverzicht Woonlastenmonitor 2022

De getallen horen bij de cijfers van een meerpersoonshuishouden eigenaar-bewoner en voor de rangorde geldt: nr 1 heeft de laagste woonlasten.

Gemeente

Bedrag 2022

Rangorde 2022

Rangorde 2021

Nederland gemiddeld1

904

Alkmaar

709

8

12

Hoorn

867

115

37

Heerhugowaard

823

67

98

Den Helder

873

126

118

Edam-Volendam

852

99

145

Wormerland

1044

300

322

Purmerend

874

128

151

Waterland

939

211

228

Zaanstad

959

234

285

Landsmeer

1240

342

332

Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).
1 In voorgaande jaren was alleen de gemiddelde woz-waarde van alle woningen bekend, dus koop- en huurwoningen samen. In de Atlas van de lokale lasten is deze waarde gehanteerd tot en met 2021. Sinds 2022 publiceert het CBS de woningwaarden ook uitgesplitst naar huur- en koopsector. De woz-waarde is bij gemeenten vooral van belang bij de ozb. Omdat de ozb alleen wordt betaald door huishoudens met een koopwoning gaat COELO nu uit van de gemiddelde woz-waarde van een koopwoning. Door deze herbereking zijn de gemiddelde woonlasten vanaf 2021 gestegen.

Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid

Voor belastingplichtigen met lage inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing. Kwijtschelding is mogelijk wanneer aan de voorwaarden van de Invorderingswet 1990 is voldaan, met dien verstande dat wij uitgaan van 100% van de relevante bijstandsnorm. Richtlijnen voor het verlenen van kwijtschelding staan in het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.