In deze bijlage treft u een vaste set aan beleidsindicatoren aan. De lijst is ook te raadplegen op www.waarstaatjegemeente.nl, onder producten onderdeel Besluit Begroting en Verantwoording. Op de website is het mogelijk om de indicatoren te vergelijken met een willekeurige andere gemeente, de provincie Noord-Holland, de gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners of heel Nederland.
Naast deze indicatoren zijn in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing de financiële indicatoren opgenomen.
Indicator | omschrijving | eenheid | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|
Programma 2. Samenleving | |||||
Niet-sporters | Het percentage niet-wekelijkse sporters t.o.v. de bevolking van 19 jaar en ouder. Bevolking van 19 jaar en ouder dat niet minstens één keer per week aan sport doet. | % | 55,60% | n.n.b. | |
Achterstand onder jeugd - Kinderen in uitkeringsgezin | Percentage kinderen tot 18 jaar dat in een gezin leeft dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bijstandshuishouden is een huishouden waarvan minimaal één lid een bijstandsuitkering ontvangt. Onder bijstand wordt hier uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) verstaan. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. | % | 5,00% | 6,00% | n.n.b. |
Jongeren met jeugdhulp | % van alle jongeren tot 18 jaar | 10,50% | 10,40% | n.n.b. | |
Jongeren met jeugdbescherming | % | 1,10% | 1,10% | n.n.b. | |
Jongeren met jeugdreclassering | % | 0,30% | 0,20% | n.n.b. | |
Absoluut verzuim | Het aantal leer- of kwalificatieplichtige jongeren dat absoluut verzuimer is (geweest) gedurende het schooljaar: de jongere is niet ingeschreven bij een onderwijsinstelling en beschikt niet over een vrijstelling. | per 1.000 leerlingen | 2,8 | 1,7 | 0,5 |
Relatief verzuim | Het relatieve aantal leer- of kwalificatieplichtige jongeren zonder vrijstelling dat langer dan 4 opeenvolgende weken niet ingeschreven was op school. | per 1.000 leerlingen | 53 | 20 | |
Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) | Vsv’ers zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of minimaal een mbo-2 diploma. Het vsv-percentage staat voor het aantal vsv’ers als percentage van het aantal onderwijsdeelnemers die aan het begin van het schooljaar ingeschreven staan. | % | 4,30% | 3,00% | 2,10% |
Cliënten met een maatwerkarrangement Wmo | Aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeenten. | per 10.000 inwoners | 857 | 868 | 867 |
Banen | Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. De indicator betreft het aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar. | per 1.000 inwoners van 15-64 jaar | 454,2 | 454,6 | 458,5 |
Netto arbeidsparticipatie | Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking. | % | 68,80% | 68,00% | n.n.b. |
Achterstand onder jeugd - Werkloze jongeren | Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. | % | 2,00% | 2,00% | n.n.b. |
Personen met een bijstandsuitkering | Het aantal personen met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015). De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen. | per 10.000 inwoners | 296,8 | 416,3 | 368,4 |
Lopende re-integratievoorzieningen | Het aantal re-integratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar. | per 10.000 inwoners van 15-64 jaar | 106,6 | 128 | n.n.b. |
Programma 3. Wonen | |||||
Nieuw gebouwde woningen | Nieuw gebouwde woningen, exclusief overige toevoegingen, zoals transformaties. | per 1.000 woningen | 18,9 | 10,4 | 20 |
Programma 4. Milieu | |||||
Omvang huishoudelijk restafval | Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval. | kg per inwoner | 225 | 243 | n.n.b. |
Percentage bekende hernieuwbare elektriciteit | % | 6,90% | 10,00% | n.n.b. | |
Programma 8. Veiligheid | |||||
Verwijzingen Halt | Het aantal verwijzingen Halt per 1.000 inwoners van 12 tot 18 jaar. Jongeren van 12 tot 18 jaar die een licht strafbaar vergrijp plegen, worden door de politie of leerplichtambtenaren naar Bureau Halt verwezen voor een passende Halt-straf. Zij krijgen leeropdrachten en er volgen gesprekken met de jongere en de ouders. Op deze manier kunnen jongeren rechtzetten wat zij fout hebben gedaan, zonder dat zij in aanraking komen met het Openbaar Ministerie. | per 1.000 jongeren | 19 | 15 | 4 |
Misdrijven - Winkeldiefstallen | per 1.000 inwoners | 1,2 | 1,4 | 1 | |
Misdrijven - Geweldsmisdrijven | Het aantal geweldsmisdrijven. Voorbeelden van geweldsmisdrijven zijn seksuele misdrijven, levensdelicten zoals moord en doodslag en dood en lichamelijk letsel door schuld (bedreiging, mishandeling, etc.). | per 1.000 inwoners | 4,6 | 3,9 | 3,9 |
Misdrijven - Diefstallen uit woning | per 1.000 inwoners | 1,9 | 1,5 | 0,8 | |
Misdrijven - Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte) | Hieronder vallen brandstichting, alle vormen van vernieling en misdrijven tegen de openbare orde | per 1.000 inwoners | 5,5 | 5,6 | 5,5 |
Jongeren met een delict voor de rechter | Het percentage jongeren (12 t/m 21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS. | % | 1,00% | 1,00% | n.n.b. |
Programma 9. Economie | |||||
Functiemenging | De functiemengingsindex (FMI) weerspiegelt de verhouding tussen banen en woningen, en varieert tussen 0 (alleen wonen) en 100 (alleen werken). Bij een waarde van 50 zijn er evenveel woningen als banen. | % | 43,70% | 43,70% | 43,80% |
Vestigingen (van bedrijven) | Het aantal vestigingen van bedrijven, per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15-65 jaar. | per 1.000 inw.15 t/m 64jr | 118,5 | 126,2 | 132,5 |
Programma 10. Bestuur en Concern | |||||
Fte per 1.000 inwoners (formatie) | Fte per 1.000 inwoners (formatie) | per 1.000 inwoners | 8,34 | 8,3 | 8,54 |
Fte per 1.000 inwoners (bezetting) | Fte per 1.000 inwoners (bezetting) | per 1.000 inwoners | 7,94 | 8,1 | 8,47 |
Apparaatskosten per inwoner | Apparaatskosten per inwoner | per inwoner | 669,18 | 703,71 | 750,27 |
Externe inhuur | % Externe inhuur van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | kosten als % van totale loonsom + totale kosten inhuur externen | 17,22% | 16% | 17,84% |
Algemene dekkingsmiddelen | |||||
Gemiddelde WOZ- waarde | De gemiddelde WOZ- waarde van woningen. | x €1.000 | 249 | 275 | 296 |
Demografische druk | Het aantal personen van 0 tot 20 jaar én 65 jaar of ouder per honderd personen van 20 tot 65 jaar. | % | 69,10% | 69,50% | 69,60% |
Gemeentelijke woonlasten éénpersoonshuishouden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een éénpersoonshuisouden betaalt aan woonlasten. | € | 744 | 779 | 816 |
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden | Het gemiddelde totaalbedrag in euro's per jaar dat een meerpersoonshuishouden betaalt aan woonlasten. | € | 753 | 788 | 826 |
Overhead | |||||
Overhead | % van totale lasten | % van totale lasten | 8,66% | 8,59% | 8,84% |