(Bedragen x € 1.000) | Rekening 2021 | Primitieve begroting 2022 | Begroting 2022 (Bijgesteld) | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
BV131 Vennootschapsbelasting | Lasten | -1.748 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-1.748 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Met de invoering van de “Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen” kunnen activiteiten van de gemeente vanaf 2016 belastingplichtig worden voor de vennootschapsbelasting (Vpb). De gemeente heeft met de BIE's (bouwgrond in exploitatie) een activiteit die in ieder geval kwalificeert als onderneming voor de Vpb. Na intensief overleg met de belastingdienst zijn wij in 2021 overeengekomen dat de grondexploitaties (Grexen) pas vanaf 1 januari 2017 kwalificeren als onderneming. Pas vanaf die periode is sprake van een structureel te verwachten winst voor het totaal van de (actieve) Grexen. Eind 2021 is een principeovereenkomst met de Belastingdienst overeen gekomen. Dit resulteerde in februari 2022 in een tussen beide partijen overeengekomen fiscale beginbalans c.q. inbrengwaarde per 1 januari 2017 voor de Vpb-plicht van de gemeente. Op basis hiervan zijn de Vpb aangiften tot en met 2021 aangepast.
Daarnaast kwalificeert de Belastingdienst reclameopbrengsten ook als een Vpb belaste activiteit en zal er dus Vpb betaald moeten gaan worden. De gemeente en haar adviseurs zijn echter van mening dat dit een activiteit uit zogenaamd regulier vermogensbeheer betreft en dus buiten de Vpb plicht valt. Veel gemeenten en adviseurs delen de mening van onze gemeente en haar adviseurs. Voor het onderdeel reclamebelasting is een gezamenlijk “proefproces” gestart. De Belastingdienst heeft hiervoor echter al voorlopige aanslagen opgelegd waartegen de gemeente bezwaar heeft gemaakt. Als de Belastingdienst door de rechter in het gelijk wordt gesteld zal dit de gemeente naar verwachting ongeveer € 40.000 per jaar kosten. In de de jaarrekening 2021 is een bedrag van € 250.000 aan kosten voor dit onderdeel opgenomen. Als de Belastingdienst niet of slechts gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld kan dit bedrag weer (gedeeltelijk) vrijvallen.
In de begroting is geen raming opgenomen voor de vpb last omdat de winsten van de grondexploitaties ook niet worden geraamd. Deze worden verwerkt in de jaarrekeningen.
(Bedragen x € 1.000) | Rekening 2021 | Primitieve begroting 2022 | Begroting 2022 (Bijgesteld) | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
BV141 Onvoorzien | Lasten | 0 | -50 | -50 | -50 | -50 | -50 | -50 |
0 | -50 | -50 | -50 | -50 | -50 | -50 |
In de begroting is een vast bedrag voor onvoorziene lasten opgenomen van jaarlijks € 50.000. Dit maakt het mogelijk om lopende het begrotingsjaar onvoorziene (niet-begrote) uitgaven, die daarnaast onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn, op te vangen. De post onvoorzien is uitsluitend bedoeld voor dekking van onvoorziene lasten en mag alleen met toestemming van de raad worden aangesproken. Dit onderdeel maakt deel uit van de paragraaf weerstandscapaciteit. Hiermee is voldaan aan de regelgeving om voor onvoorziene uitgaven een bedrag in de begroting op te nemen.